Twee jaar na de aardbeving: Marokkaanse slachtoffers voelen zich vergeten terwijl sportprojecten bloeien
Twee jaar na de zware aardbeving in Marokko – die in 2023 bijna 3.000 mensen het leven kostte en tienduizenden huizen verwoestte – wachten veel overlevenden nog steeds op echte hulp. In plaats van herstel en steun, zien zij vooral een overheid die miljarden investeert in de voorbereiding op het WK voetbal van 2030.
In dorpen in het Atlasgebergte, zoals in de regio Al Haouz, wonen families nog steeds in tenten of geïmproviseerde onderkomens. Mensen zoals Lahcen Abarda, een oudere inwoner uit de streek, vertellen hoe ze elke dag opnieuw moeten zien te overleven in onmenselijke omstandigheden. Zijn huis werd volledig verwoest, en hoewel de overheid beloofde financiële hulp te bieden voor de wederopbouw, heeft hij daar tot op heden niets van ontvangen.
De frustratie onder de bevolking groeit, vooral omdat tegelijkertijd de investeringen voor sportevenementen uit de grond schieten. De Marokkaanse overheid heeft inmiddels meer dan 20 miljard dirham vrijgemaakt voor nieuwe stadions en infrastructuur in het kader van het WK van 2030, dat het samen met Spanje en Portugal organiseert. Ter vergelijking: voor de wederopbouw van huizen voor de aardbevingsslachtoffers is slechts ongeveer 4,6 miljard dirham uitgetrokken. Veel inwoners voelen zich hierdoor tweederangsburgers – achtergelaten in de puinhopen van een ramp, terwijl elders prestigeprojecten worden opgestart.
Volgens overheidsbronnen is het merendeel van de getroffen huizen inmiddels hersteld of wordt binnenkort herbouwd. Slechts een klein percentage van de dossiers zou nog openstaan. Toch spreken bewoners van een andere realiteit, vooral in afgelegen dorpen waar nauwelijks materiaal of mankracht aanwezig is om zelfs maar met de bouw te beginnen. NGO's en hulporganisaties bevestigen dat de wederopbouw in deze gebieden dramatisch achterloopt.
De situatie legt de vinger op een dieper liggend probleem: de kloof tussen stad en platteland. Terwijl stedelijke gebieden als Casablanca en Rabat zich snel ontwikkelen, blijven veel rurale gemeenschappen verstoken van basisvoorzieningen zoals goede wegen, gezondheidszorg en stromend water. De aardbeving heeft deze ongelijkheid alleen maar zichtbaarder gemaakt.
Koning Mohammed VI heeft in toespraken erkend dat de verschillen tussen regio's aangepakt moeten worden, en hij riep op tot structurele hervormingen. Maar voor velen blijven deze woorden loos zolang de tenten blijven staan en de bulldozers uitblijven.
De kritiek op de overheid groeit. Niet alleen vanwege de trage hulpverlening, maar ook omdat sommige burgers zelfs juridische gevolgen ondervinden voor hun protest. In één geval werd een activist die kritiek uitte op de gebrekkige hulp in zijn dorp veroordeeld tot drie maanden cel.
Voor veel Marokkanen is het contrast pijnlijk: miljoenen worden uitgegeven aan stadions, terwijl zij nog steeds slapen op stenen vloeren, onder plastic zeilen, en met weinig hoop op snelle verandering.